Kunnen jullie ons meenemen naar het prille begin van het magazine Groen Groeien? Hoe is het idee ontstaan om een eigen magazine op te richten?

Marc: Vroeger bestond het blad De Tuinaannemer, dat als bijlage verscheen bij een ander magazine (verbondsnieuws AVBS). Toen die aparte katern wegviel, heb ik daarover gesproken met Filip Goossens, de toenmalige voorzitter. Hij kwam toevallig André Devulder van Elma tegen en sprak er met hem over. Elma Media was meteen bereid om mee in het verhaal te stappen. Kort daarna zaten we samen en begon het te lopen.

Jan: Binnen het bestuur leefde het idee al langer. We wilden een volwaardig vakblad, specifiek voor Groen Groeien. Het was altijd een droom van het bestuur, maar door met Elma Media in gesprek te gaan, werd die droom snel werkelijkheid.

Marc: We moesten nog even via Boerenbond om toestemming te krijgen. Dat was in de tijd van Piet Vanthemsche. Hij gaf zijn fiat, waardoor we konden starten.

Jan: Elma Media is de uitgever van het blad. Zij zorgen voor advertenties, promotie, lay-out, drukwerk… Wij leveren de content aan en zij doen de rest, tot en met de verzending naar de leden. Dat verloopt heel vlot. Kim Speleman is de art director. Ik heb altijd heel goed met hem kunnen samenwerken. We vormden een sterk team. Tijdens de bestuursvergaderingen hielden we een redactievergadering waarin we bepaalden welke inhoud we zouden aanleveren.

 

Wat waren de belangrijkste doelstellingen bij de lancering? Wat wilden jullie met het blad bereiken?

Jan: Er zijn twee luiken. Enerzijds wilden we onze leden een degelijk vakblad bieden, met relevante informatie. Elke vereniging heeft zo’n blad nodig. Anderzijds wilden we ook nieuwe leden aantrekken. Het magazine wordt immers ook verspreid onder niet-leden. Op die manier tonen we wat we te bieden hebben en proberen we hen te overtuigen om lid te worden. Het magazine was één van de verwezenlijkingen van ons marketingplan.

Marc: We wilden vooral waarde creëren.

 

Werd er in de beginperiode meteen positief gereageerd door de leden en de sector?

Dirk: Absoluut, en dat is nog steeds zo. Het magazine is een belangrijke trigger om leden te behouden én nieuwe aan te trekken. Zonder het blad zou ons ledenaantal zeker dalen. De inhoud is heel waardevol.

Jan: In vergelijking met andere vakbladen in de sector richten wij ons echt op de tuinaannemer. Veel andere bladen zijn eerder gericht op toeleveranciers of zijn reclamegedreven. Groen Groeien is een magazine dat de tuinprofessional echt informeert.

 

Jullie zitten nu aan 50 edities. In hoeverre zijn de oorspronkelijke doelstellingen behaald? Zorgen jullie effectief voor nieuwe leden via het blad?

Dirk: Dat is moeilijk precies te meten. Er is altijd wat verloop, maar we hebben een harde kern van ongeveer 80% van de leden. Bij hen weten we zeker dat het magazine een trigger is. We merken ook dat tuinaannemers nog steeds graag een fysiek blad in handen hebben. Niet iedereen in de sector is even digitaal ingesteld. Een gedrukt magazine blijft dus een duidelijke meerwaarde.

Oprichters Marc Galle, Dirk Ingelaere en Jan Vancayzeele (vlnr)
Oprichters Marc Galle, Dirk Ingelaere en Jan Vancayzeele (vlnr)

Zijn er edities die er voor jullie uitspringen of als een keerpunt aanvoelden?

Jan: Als je de nummers doorbladert, merk je dat we qua inhoud een constant niveau aanhouden. Soms ligt de nadruk op een bepaald thema, maar we behouden steeds onze informatieve rol.

Wat er voor mij uitspringt, is het luik over zwemvijvers. Binnen Groen Groeien hebben we een aparte groep van zwemvijverbouwers die de top vertegenwoordigen in natuurlijke zwemvijvers. Dat gaf die nummers een internationaal cachet. Peter Lauwers trok dat dossier. We hadden toen sterke auteurs die met veel vakkennis schreven. De ene keer ging het over planten, dan weer over waterkwaliteit of zuivering. Alle facetten kwamen aan bod.

 

Was het magazine ook een manier om bruggen te bouwen binnen of buiten de sector?

Jan: Zeker. Zo is het Groen Gekleurd-label – het unieke label van onze sector – via het magazine gepromoot.

Marc: De tuinaanleg kent zoveel neventakken dat we in elk nummer een ander accent konden leggen, zonder ver te moeten zoeken. Dat verhoogt de kennis in de hele sector.

Dirk: We speelden ook in op de actualiteit. Als er veranderingen waren in de wetgeving of er speelde iets in de sector, schreven we er een artikel over.

Jan: Het grote voordeel is dat er geen evenknie is die brengt wat wij bieden. Het magazine is volledig op maat van de tuinaannemer.

 

Hoe is de inhoud van het magazine doorheen de jaren geëvolueerd? Zijn er thema’s bijgekomen of verdwenen?

Marc: De evolutie was organisch. Er is nooit sprake geweest van een bewuste koerswijziging, maar binnen het bestuur bekijken we altijd welke thema’s aan bod moeten komen.

Dirk: Jarne is de verbindende factor nu. Hij heeft de fakkel van Jan overgenomen.

Jan: Jarne doet het uitstekend. Ik hoor hem weinig, en dat is een goed teken. Ik denk dat hij het graag doet.

Dirk: Ik weet het zeker!

 

De sector van tuinaanleg en groenbeheer is sterk geëvolueerd. Is het magazine bewust mee geëvolueerd?

Dirk: Eigenlijk niet bewust. Je komt in een routine en gaat mee met de flow. Ik heb zelfs het gevoel dat we soms voorliepen op de trends. In het allereerste nummer schreven we al over bloemenweides en over mycorrhiza, en dat is vandaag allebei nog brandend actueel.

 

Of is de sector veranderd door het magazine?

Marc: We moeten daar niet pretentieus over doen. Maar de thema’s die nu actueel zijn, speelden ook al mee in het begin.

 

Wat betekende het magazine voor jullie persoonlijk, in jullie rol binnen de organisatie?

Dirk: Voor mij was het een erkenning van het werk van het bestuur. Het is een mooie meerwaarde om aan leden en potentiële leden te kunnen aanbieden.

Jan: Een volwaardige vereniging heeft een vakblad nodig. Uiteraard moet je een mix hebben: communicatie via mail, website, én magazine. Zo voelen leden dat we er zijn.

Dirk: Sommige leden kunnen niet naar vergaderingen komen omdat dat tijdrovend is, maar ze lezen wel het magazine. Dat is absoluut een meerwaarde.

 

Het magazine wordt ook verspreid onder niet-leden. Hoe gebeurt dat?

Marc: Per provincie kregen een aantal adressen het magazine toegestuurd, één keer per jaar. Leden ontvangen het vier keer per jaar. Zo blijven ook niet-leden op de hoogte van ons bestaan en kunnen ze overwegen om lid te worden.

 

Hebben jullie zelf favoriete artikels, thema’s of herinneringen aan het werken rond het blad?

Dirk: Ik was heel blij met het artikel over bloemenweides.

Jan: Voor mij was het belangrijk om de werking van het bestuur uit te leggen. Wie zit er in het bestuur, welke rol vervult wie? Dat zorgt voor herkenbaarheid. Via de verslagen konden we ook delen waar we mee bezig waren.

Daarnaast vind ik de lay-out cruciaal. Grote foto's, een frisse en aantrekkelijke vormgeving. Dat nodigt uit om door te bladeren. De samenwerking met Elma is daarin heel belangrijk. Onze sector is ook erg visueel, dus dat werkt in ons voordeel.

Dirk: Door bestuursleden of andere leden voor te stellen, krijgen mensen erkenning. Dat inspireert ook jongeren: ze zien waar dit vak je kan brengen.

 

Welke toekomst zien jullie nog voor Groen Groeien als magazine?

Jan: We hebben een sterke troef in handen. Je hoort vaak dat het moeilijk is om advertenties te vinden, maar in onze sector zijn er veel toeleveranciers die zich op onze markt richten. Ik heb de indruk dat het voor ons magazine geen probleem is om de advertentiepagina’s te vullen. Dat moeten we behouden.

Marc: Blijven vernieuwen is belangrijk. Voor het 50ste nummer komt er een nieuwe lay-out. Zo blijft het magazine fris en eigentijds.

 

Zijn er ideeën of dromen die jullie ooit nog gerealiseerd willen zien?

Dirk: Al van bij het begin hadden we een droom: duizend leden. De meeste vakverenigingen zien hun ledenaantal dalen. Wij houden stand, maar die duizend hebben we nog niet gehaald.

Marc: Voor mij mag de oplage omhoog. Maar dat hangt natuurlijk samen met het ledenaantal. Hoe meer leden, hoe groter het bereik. Misschien kunnen we het magazine nog aantrekkelijker maken door elke tak in de sector een eigen rubriek of pagina’s te geven.