Ben jij al klaar voor CLP?
Wat wijzigt er?
De indelingslijst van Vlarem wordt grondig gewijzigd door de CLP-verordening. Voor de indeling van gevaarlijke producten worden vanaf nu alle gevarenpictogrammen gebruikt. Elk gevarenpictogram staat voor een andere gevarenklasse en gevarencategorie. Op het etiket van een product kunnen meerdere gevarenpictogrammen staan en zullen meerdere (sub-)rubrieken van toepassing worden.
Daarnaast kan de CLP-verordening ook de productindeling wijzigen. Een product dat tot voor kort geen gevarensymbool kende, kan nu bijvoorbeeld toch ingedeeld worden als een gevaarlijk product. Deze wijziging kan ook een impact hebben op de voorwaarden voor de opslag van gevaarlijke stoffen.
Er gelden hiervoor dan ook bepaalde overgangsmaatregelen.
" De Europese CLP-verordening heeft een impact op heel wat bedrijven! “
Nieuwe indeling voor de rubriek van de gevaarlijke producten
De nieuwe indeling voor rubriek 17 (de rubriek van de gevaarlijke producten) omvat de opslag van aerosols, van gevaarlijke vloeistoffen en van gevaarlijke gassen en vaste stoffen. De subrubrieken volgen de gevarenklassen en categorieën van de CLP-verordening op basis van het gevarenpictogram. Vroeger werd de indeling vastgelegd volgens de hoofdeigenschap, maar dit is niet meer van toepassing sinds 1 juni. Om de subrubrieken die van toepassing zijn te bepalen moet er nu rekening gehouden worden met alle gevaareigenschappen van alle voorkomende gevarenpictogrammen.
Door de indeling op basis van alle gevaareigenschappen kan een product dus een dubbele of meervoudige rubricering krijgen. Omdat eenzelfde gevaarlijk product meerdere keren kan meetellen, kan de milieuvergunning een vertekend beeld geven van de totale reële opslaghoeveelheden in een bedrijf.
Aparte situatie voor brandstoffen
Voor brandstoffen geldt er een uitzondering en moet er alleen rekening gehouden worden met de ontvlambaarheid (het gevarenpictogram GHS02), dus de meervoudige rubricering geldt hier niet.
>> Brandgevaarlijke vloeistoffen (en vaste stoffen) met een vlampunt tot 60 °C (bijvoorbeeld gasolie, diesel en stookolie) krijgen het CLP-gevarenpictogram GHS02 en worden ondergebracht in subrubriek 17.3.2.
>> Brandgevaarlijke vloeistoffen (en vaste stoffen) met een vlampunt tussen 60 en 250 °C (bijvoorbeeld zware stookolie of smeerolie) worden ingedeeld in rubriek 6.4.
>> Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen gaan naar de nieuwe rubriek 6.5.
Vergunningsaanvragen vanaf 1 juni
Alle (her)vergunningsaanvragen die vanaf 1 juni 2015 ingediend worden, moeten rekening houden met deze nieuwe indeling volgens de CLP-verordening.
Moet ik mijn lopende milieuvergunning aanpassen?
Belangrijk is dat er geen nieuwe vergunningsaanvraag of melding nodig is voor de loutere omzetting naar de indeling volgens de CLP-verordening, indien de opslag van gevaarlijke stoffen vandaag al correct vergund of gemeld is. De volledige omzetting van alle gevaarlijke stoffen naar de nieuwe indeling volgens de CLP-verordening gebeurt bij een eerstvolgende milieuvergunningsaanvraag.
Voor producten die door de CLP-verordening voor het eerst vergunningsplichtig worden, is wel een aanpassing van de vergunning vereist.
Een overzichtsdocument
Alle exploitanten met een lopende vergunning voor de opslag van gevaarlijke stoffen moeten wel tegen uiterlijk 1 december een document opstellen waarin ze hun vergunde rubrieken uit de huidige rubriek 17 vertalen naar de nieuwe CLP-rubrieken. Je moet dit document ter beschikking houden van de toezichthouder. Hiervoor moet je een overzicht maken waarbij je voor elk product aangeeft welke nieuwe subrubrieken van toepassing worden. De vergunde hoeveelheid voor dat product wordt dan toegekend aan de nieuwe subrubrieken. Dat moet resulteren in een overzicht van alle toepasselijke nieuwe subrubrieken, met daarbij telkens de als vergund te beschouwen opslaghoeveelheid per subrubriek.
Besluit
De implementatie van de CLP-verordening heeft meerdere gevolgen. De wijziging van de Vlarem-rubrieken is een van de belangrijkste, maar ook de wijziging van de indeling van een aantal producten (sommige producten evolueren van niet-gevaarlijk naar gevaarlijk) zal implicaties hebben. Deze wijziging heeft dus uiteraard een impact op nieuwe milieuvergunningsaanvragen (vanaf 1 juni) maar ook voor bestaande bedrijven komt er huiswerk aan te pas.
-
Nieuwe (her)vergunningsaanvragen dienen vanaf 1 juni 2015 rekening te houden met deze nieuwe indeling.
-
Om te vermijden dat vele bedrijven hun lopende milieuvergunning zouden moeten aanpassen, worden een aantal overgangsbepalingen ingeschreven. Zo zal op ieder bedrijf een document moeten worden opgemaakt waarin duidelijk wordt vermeld onder welke nieuwe (sub)rubrieken van de indelingslijst de opslag valt. Dit document moet ter beschikking worden gehouden van de toezichthouder. De bedrijven dienen vóór 1 december 2015 dergelijk document op te maken. Voor land/tuinbouwbedrijven kan het onder meer gaan om de opslag van brandstoffen, fytoproducten, minerale meststoffen, bepaalde reinigingsproducten, zwavelzuur, enz.
