BV-vrijstelling voor ploegenarbeid op werven
BV-vrijstelling voor ploegenarbeid op werven: kan ook jouw onderneming genieten van deze nieuwe lastenverlaging?
Handel onmiddellijk als je nog BV wil terugvragen voor het jaar 2018
Werkgevers van wie de werknemers ploegenarbeid verrichten kunnen al verschillende jaren genieten van een maatregel ter vermindering van hun loonkost. Deze vermindering neemt de vorm aan van een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing die je als werkgever inhoudt op de bezoldigingen van deze werknemers. Recent werd deze vrijstellingsmaatregel uitgebreid zodat ook ploegenarbeid die wordt verricht op werven hiervoor in aanmerking komt. Verrichten jouw werknemers werken in onroerende staat in ploegen en op werven? Dan kom je mogelijks in aanmerking voor deze lastenverlaging. Deze maatregel werd retroactief van toepassing verklaard sedert 1 januari 2018, maar kon wegens onduidelijkheden geruime tijd niet worden toegepast. Het is echter nog steeds mogelijk om correcties te laten uitvoeren voor 2018. Mogelijk nam je hiervoor al contact op met je dossierbeheerder. Heb je dit nog niet gedaan? Dan is snel handelen de boodschap. De termijn om deze correcties op een eenvoudige manier, dus zonder bezwaarschrift uit te voeren werd door FOD Financiën immers vastgelegd op 27 september. Voor een correcte verwerking moeten je dossierbeheerder over alle noodzakelijke gegevens beschikken voor 23 september. Neem in dat geval dus uiterlijk tegen eind deze week nog contact op met je dossierbeheerder. In het onderstaand artikel kun je de voorwaarden lezen om in aanmerking te komen voor de BV-vrijstelling voor ploegenarbeid op werven.
Cumulatieve voorwaarden
Werken in ploegverband, op werven
Het werk moet worden verricht in één of meerdere ploegen van minstens 2 personen, die hetzelfde of complementair werk doen zowel qua inhoud als qua omvang. Aangezien de wetgeving spreekt over “personen” aanvaardt de FOD Financiën dat ook de werknemer die een ploeg vormt met de zaakvoerder recht kan geven op de toepassing van deze vrijstelling. Voor de zaakvoerder zelf wordt de lastenverlaging sowieso wel nooit berekend. Indien de ploeg deels bestaat uit studenten tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor studenten en/of uit leerlingen die een traject van alternerend leren volgen, worden deze studenten/leerlingen dan weer “geneutraliseerd” om na te gaan of er sprake is van ploegenarbeid. Indien deze studenten/leerlingen echter het vereiste uurloon ontvangen kunnen ook hun bezoldigingen in aanmerking komen voor de toepassing van de vrijstelling (zie punt 3.). Bovendien moet in ploegen gewerkt worden op een “werf”, dus op locatie. Werk verricht in een atelier of in het magazijn komt niet in aanmerking.
Werken in onroerende staat verrichten
Op de werf moeten “werken in onroerende staat” worden verricht. In het algemeen gaat dit over alle werken die betrekking hebben op het bouwen, verbouwen, afwerken, inrichten, herstellen, onderhouden, reinigen, afbreken, volledig of gedeeltelijk, van een uit zijn aard onroerend goed en de handeling die erin bestaat een roerend goed te leveren en het op zo'n wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt. Deze definitie werd gehaald uit de BTW- wetgeving (art. 20, §2 KB nr. 1 bij het btw-wetboek). Voor interpretaties wend je je dus best tot jouw boekhouder.
1/3e norm respecteren
Om recht te geven op de vrijstelling moeten jouw werknemers in de maand waarvoor de lastenverlaging wordt gevraagd minstens 1/3de van hun arbeidstijd in ploegen op werven gewerkt hebben, volgens de hierboven beschreven definitie, en dit om werken in onroerende staat te verrichten.
Minimum uurloon ontvangen
Enkel indien de werknemers in de ploeg bovendien een minimum uurloon ontvangen kunnen ze recht geven op de toepassing van deze vrijstelling. Dit minimum uurloon wordt jaarlijks geïndexeerd en bedraagt: 13,75 euro bruto/uur (voor 2018); 13,99 euro bruto/uur (voor 2019). Volgens de interpretatie van de FOD Financiën moeten alle werknemers binnen de ploeg dit uurloon ontvangen opdat de ploeg in aanmerking zou komen voor de toepassing van de vrijstelling. Het gaat om het normale (overeengekomen) uurloon van de werknemer. Indien de ploeg deels bestaat uit studenten tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor studenten en/of uit leerlingen die een traject van alternerend leren volgen, moeten deze studenten en/of leerlingen dit minimum uurloon dus niet ontvangen. Indien de studenten of leerlingen toch het vereiste minimum uurloon ontvangen (en voor de rest voldoen aan alle voorwaarden), komen hun bezoldigingen nochtans wel in aanmerking voor de berekening van het fiscaal voordeel waarop je als werkgever aanspraak kan maken.
Financieel voordeel
De vrijstelling wordt berekend als een bepaald percentage van de belastbare bezoldigingen van de werknemers die recht geven op de vrijstelling samen. Dit percentage bedraagt: 3% in 2018; 6% in 2019; 18% vanaf 2020. Enkele vergoedingen worden echter uitgesloten uit deze berekeningsbasis: premies (met uitzondering van de ploegenpremie, indien die er is), het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de achterstallige bezoldigingen. Indien er bij een bepaalde werknemer nog een saldo aan berekende vrijstelling is, maar geen bedrijfsvoorheffing meer om die op aan te rekenen, kan dit saldo overgedragen worden naar andere werknemers die recht geven op de toepassing van deze vrijstelling. Dit principe geldt ook voor de overige types van de vrijstelling van doorstorting voor ploegenarbeid. Zo is de kans groter dat je het volledige bedrag aan berekende vrijstelling ook effectief kan genieten.
Inwerkingtreding?
Deze lastenverlaging (met inbegrip van de recente wijzigingen) is van toepassing sinds 1 januari 2018. Indien je denkt in aanmerking te komen voor deze vrijstelling, neem dan zeker contact op met jouw sociaal secretariaat
Bron: ACERTA