Green Cities met warm pleidooi voor meer openbaar groen
Openbaar groen is in staat om heel wat ecosysteemdiensten te leveren. En die komen goed van pas, gezien de klimaatverandering. Het laatste IPCC-klimaatrapport constateert dat het nu al dat het onvermijdelijk is dat de globale temperatuur minstens tot het midden van de eeuw zal blijven stijgen. Extreme hitte, neerslag en droogte vinden nu al plaats, waarbij de invloed van menselijk handelen als oorzaak steeds duidelijker wordt. Steden spelen in die klimaatverandering een centrale rol, aldus Mathias Demezure, onderzoeker stedelijk klimaat aan de Ruhr Universiteit in Bochum (Duitsland).
Auteur: Ivan De Clercq
Beelden: VLAM
Verstandig implementeren
Groen in die steden kan onder andere helpen om het hitte-eilandeffect tegen te gaan, waarbij het temperatuurverschil met het platteland tot 10°C kan oplopen. Bomen en planten nemen minder warmte op en koelen door verdamping. De invloed van planten en bomen op de luchtkwaliteit is ook uitgesproken positief, met pollen, vluchtige organische stoffen en ozon als zeldzame uitzonderingen. Stedelijk groen moet wel verstandig geïmplementeerd worden. Op drukke steenwegen is het beter met relatief smalle groenschermen te werken dan met bomen met brede kruinen die de door het verkeer uitgestoten polluenten langer vasthouden. En hoewel het hitte-afschermend effect van dergelijke brede bomen overdag duidelijk is, kan het zijn dat ze ’s nachts de warmte die toch doorgedrongen is, langer vasthouden. “De voordelen van stedelijk groen zijn gekend. Maar we mogen niet verwachten dat stedelijk groen de problemen ten gronde zal oplossen. Daarvoor moeten we de emissies aanpakken”, aldus Demezure. We mogen niet verwachten dat stedelijk groen de problemen ten gronde zal oplossen.
Inheems versus uitheems
De juiste boom op de juiste plaats, dat is waar prof. em. Martin Hermy (KU Leuven) op hamerde. Dat is minder evident dan dat het lijkt. In steden heb je het hitte-eilandeffect, er is compactie, verzegeling en weinig arme of zure bodems. Dat maakt dat sommige uitheemse soorten het heel goed kunnen doen in onze steden. Martin Hermy durfde pleiten voor nuance in het ‘inheems versus uitheems’ debat. Sommige niet-inheemse soorten zijn immers al zo lang geleden ingevoerd dat ze zich spontaan handhaven. De lijst van inheemse soorten is ook kort: zo’n 35 inheemse soorten zijn geschikt voor in een stedelijke omgeving tegenover ongeveer 3.000 uitheemse. “Zeker als je weet dat inheemse soorten gevoeliger kunnen zijn voor uitbraken van plagen en ziekten, kunnen we het ons niet veroorloven om uitheemse boomsoorten in het algemeen uit te sluiten uit stedelijk groen”, vond Hermy. Invasieve soorten moeten daarbij vermeden worden, als zijn er ook daar geen eeuwige waarheden. “Soorten die niet invasief zijn, kunnen het wel worden.”
Koester volwassen bomen
Waar de professor wel een absolute voorstander van was, was van volwassen, monumentale bomen. Veel systeemdiensten van bomen, zoals bijvoorbeeld de luchtzuivering of het thermaal comfort hebben te maken met de totale bladoppervlakte. Die is uiteraard het hoogste bij volwassen bomen. Die voordelen kunnen weliswaar samen met een oude, verschrompelende boom verdwijnen, maar dan stijgt hun habitatfunctie voor de fauna nog. “Volwassen bomen zijn eigenlijk onvervangbaar. Koester hen”, riep Martin Hermy de aanwezigen op. “Ik zie in stadsontwerpen nog te veel dat alle bestaande bomen vervangen worden door jonge, dure bomen die veel onderhoud vragen. Bomen kunnen makkelijk 200 jaar oud worden. De gemiddelde levensverwachting van een boom in steden is 20 tot 30 jaar. De ambitieleeftijd zou meer dan 100 jaar moeten zijn”, zo klonk de oproep.
Breed in plaats van diep
Klachten van burgers gaan vaak over boomgrootte, kroonbreedte en wortelspreiding. De oplossing is om bij de boomkeuze rekening te houden met potentiële klachten in een groter stadium. Daarbij moet niet alleen gekeken worden naar de beschikbare ruimte boven de grond, maar ook naar die onder de grond. In tegenstelling tot wat soms nog geloofd wordt, zoeken bomen in gematigde streken niet de diepte, maar de breedte. “Meer dan 90% van de wortels bevindt zich in de top 1 meter van de bodem”, wist Hermy. Per vierkante meter kroonprojectie is afhankelijk van de soort tussen de 0,5 en 1,25 m3 grond nodig. Een andere ‘fout’ is dat voor aanplantingen in rij vaak gekozen wordt voor monocultuur. Door een diversiteit van soorten te gebruiken verhoogt de veerkracht. “Heterogeniteit in aanplanting is de verzekeringswaarde van biodiversiteit.” Door een diversiteit van soorten te gebruiken verhoogt de veerkracht.
Aanpak zakboek
In dit zakboek worden enkele vraagstukken rond openbaar groen bekeken. Waarom hebben onze steden en gemeenten nood aan groen? Wat is het voordeel voor de inwoners en hun omgeving? Vijf grote pijlers vormen de basis voor een duurzame vergroening: Economie, Biodiversiteit, Sociale Cohesie, Welzijn en Klimaat.
Uiteraard is ook het technische aspect van een duurzame integratie van groot belang. Bijvoorbeeld het omgaan met groen en grijs enerzijds (dak- en gevelgroen), en groen en blauw anderzijds (watervraagstuk). In hoofdstuk 3 wordt de focus gelegd op de aanleg en het onderhoud. Dit hoofdstuk werd uitgewerkt door Sandy Adriaenssens, Landscape & Gardening coordinator Proefcentrum voor Sierteelt (PCS). Herbekijk haar lezing tijdens het seminarie ‘More Green Cities for Europe’, die inzage geeft in de inhoud van dit hoofdstuk.
In hoofdstuk 4 worden enkele succesvolle groenprojecten besproken. Deze best practices houden rekening met de 5 pijlers, en doen een beroep op de deskundigheid die aanwezig is in de sector. Voor dit hoofdstuk werden interviews afgelegd met 5 groenambtenaren in 5 Vlaamse steden. Dit hoofdstuk werd uitgewerkt door Marc Verachtert, groenjournalist die al enkele vakartikels schreef voor dit EU-project en Fauzia Szpyt, tevens groenjournalist.
Dit zakboek is een Europees initiatief van ENA, European Nurserystock Association, in België en in opdracht van AVBS, Dé sierteelt- en groenfederatie, en kadert in het Europese project ‘More Green Cities for Europe’. Elk lid van groen Groeien ontvangt binnenkort een exemplaar van dit zakboek!