Helpt Indische loopeend buxusmot bestrijden? | Groen Groeien

Groen groeien is de vereniging voor Vlaamse tuinaannemers.
Ze verdedigt hun belangen, verenigt haar leden en zorgt voor commerciële en praktische voordelen. Word nu lid

Lid worden Ledenaanbod Login

Vragen of meer info nodig? Contacteer ons

Helpt Indische loopeend buxusmot bestrijden?

De buxusmot verspreidt zich snel in Vlaanderen en richt op zijn route flink wat vraatschade aan. Het zijn vooral de larven van de mot die voor problemen zorgen, met piekmomenten van april tot oktober. Ze vreten aan het bladgroen en laten een dorre, onsierlijke struik achter. De Nederlandse tuinman Jeroen Laven vond een nieuwe manier om de rupsen te lijf te gaan: zijn Indische loopeenden. "Zet ze bij een buxus met rupsen en ze eten de beestjes allemaal op."

Omdat de buxusmot in onze streken geen natuurlijke vijanden heeft, plant het dier zich razendsnel voort en palmde het in een recordtijd zowat de helft van het land in. "Alleen een stukje West-Vlaanderen is nog vrij van buxusmotten", zegt nachtvlinder-expert Wim Veraghtert van Natuurpunt. Uit onderzoek van de natuurvereniging vorig jaar bleek al dat 69 procent van de buxuseigenaars in de provincie Antwerpen schade had door de mot. In Vlaams-Brabant was dat 60 procent, in Oost-Vlaanderen en Limburg iets meer dan de helft. In West-Vlaanderen had 12 procent van de buxuseigenaars last.  

Maar misschien is er nu wel een afdoend middel tegen de buxusmot: de Indische loopeend. De dieren komen uit Zuidoost-Azië, waar ze gehouden worden als slakkenopruimers op rijstvelden. "De vogels eten slakken en insecten, maar blijven van het zaaigoed af. Ik dacht dat ze misschien ook wel de rups van de buxusmot zouden lusten", zegt de Nederlandse hovenier Jeroen Laven. Hij kreeg gelijk. "Ze vorderden als een militaire colonne: methodisch, snel en grondig pikten ze alle rupsen uit de struiken." Maar met eenden bij geplaagde buxuseigenaars langsgaan, zal hij niet doen. “Met een koppel eenden twintig klanten per dag afwerken: dat is teveel stress voor de vogels.”

Bron: VILT en HLN
Beeld: Jeroen Laven