08.11.2022 - Infoavond vergunning in agrarisch gebied en integratieplannen | Groen Groeien

Groen groeien is de vereniging voor Vlaamse tuinaannemers.
Ze verdedigt hun belangen, verenigt haar leden en zorgt voor commerciële en praktische voordelen. Word nu lid

Lid worden Ledenaanbod Login

Vragen of meer info nodig? Contacteer ons

08.11.2022 - Infoavond vergunning in agrarisch gebied en integratieplannen

Beplantingsplan bij omgevingsvergunning

Inagro nam vorig jaar contact op met Groen Groeien omdat ze meer en meer in aanraking kwamen met verkeerd uitgevoerde integratieplannen bij omgevingsvergunningen. Landbouwers besteden dit vaak uit aan tuinaannemers, die te goeder trouw handelen en uitvoeren wat de landbouwer vraagt. In de praktijk is er echter in een aantal gevallen te weinig communicatie en blik op het effectieve integratieplan, waardoor fouten gemaakt worden.

Een beplantingsplan bij omgevingsvergunningen is dan ook geen eenvoudige materie. De voorgestelde plantensoorten, verschijningsvorm en planttypologieën zijn niet dezelfde als in een tuin of park. Het plan is specifiek bedoeld om het bedrijf te integreren in het landschap en de beeldkwaliteit van het buitengebied te respecteren. Net daarom is het beplantingsplan op landbouwbedrijven een vergunningsvoorwaarde, en dus strikt na te leven. Wijkt de gerealiseerde beplanting of het onderhoud af van het plan, dan verandert het beeld en kan de landbouwer in de problemen komen.

 

Correcte uitvoering is noodzakelijk

Een landschappelijk integratieplan is bijna altijd een verplicht onderdeel van een vergunningsdossier bij land- en tuinbouwers. In hun oordeel hechten vergunningverlenende overheden steeds meer belang aan integratieaspecten. Meer nog, er wordt zelfs teruggekeerd in de tijd bij de beoordeling van een vergunningsdossier. Vergunningsverleners gaan na of de land- of tuinbouwer correct uitvoerden wat in het verleden gevraagd werd. 

Afwijkingen van het integratieplan verminderen de landschappelijke, visuele en ecologische kwaliteiten van een gebied, waardoor vergunningsverleners terughoudend zijn bij het afleveren van vergunningen. Daarnaast tast het herhaaldelijk verkeerd uitvoeren van integratieplannen ook de geloofwaardigheid aan, waardoor de lat steeds hoger en hoger gelegd wordt.

 

Basisprincipes integratieplannen

Het opstellen van een integratieplan bevat enkele basisprincipes. De voorgestelde soorten en typologieën van een integratieplan zijn eigen aan de streek en integreren het bedrijf het best in het omliggende landschap. Qua onderhoud mag de beplanting robuuster zijn en robuuster onderhoud vergen dan in een tuin of park. Een strakke haag langs een gebouw is te laag om voldoende breking te bereiken en staat te lineair in het landschap. Bovendien vergt een strakke haag veel onderhoud. Een heg om de zeven jaar aan de grond afzetten is eenvoudiger dan een haag één tot twee keer per jaar scheren.

Er moet ook steeds voldoende afstand zijn tussen bomen en gebouwen zodat de bomen vrij kunnen uitgroeien. Tenslotte is lage beplanting niet zichtbaar vanop afstand en brengt het niets bij aan het veranderd landschap. Hoge beplanting integreert het gebouw wél in het landschap.

 

Milieuluik voor tuinaannemers

Milieuadviseur Klaas Vandenbussche van SBB nam het milieuluik binnen omgevingsvergunningen voor zijn rekening. Een milieuvergunning (klasse 1 en 2) maakt onderdeel uit van een omgevingsvergunning (naast onder andere ook stedenbouwkundige vergunning). Enkele milieuactiviteiten specifiek voor tuinaannemers werden overlopen. In vele gevallen belanden tuinaannemers in de verschillende rubrieken in klasse 3, wat wil zeggen dat er enkel meldingsplicht geldt voor die activiteit. Het composteren van groenafval tot 25 m³ valt bijvoorbeeld onder deze klasse. Ook het stallen van motorvoertuigen vanaf 3 stuks tot 25 stuks is enkel onderhevig aan meldingsplicht.

 

Bouwen in agrarisch gebied als tuinaannemer

De avond werd afgesloten met een uiteenzetting rond de wetgeving van stedenbouwkundige handelingen in agrarisch gebied als tuinaannemer. De wetgeving hierrond is zeer complex en bevat heel wat uitzonderingen. Belangrijk om weten is dat tuinaanlegactiviteiten zonevreemd zijn in agrarisch gebied. Er moet dus eerst een functiewijziging bekomen om zich te kunnen vestigen. Dit is geen evidente aanvraag, zeker omdat een zonevreemdheid/functiewijziging gezien wordt als een uitzonderingsbepaling en geen recht.

In eerste instantie moet voldaan worden aan de basisvoorwaarden van artikel 4.4.23 VCRO (Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening). Dit artikel stelt dat het gebouw of het gebouwencomplex op het ogenblik van de aanvraag bestaat, niet verkrot én hoofdzakelijk vergund is. Verder mag het gebouw of het gebouwencomplex niet gelegen zijn in ruimtelijk kwetsbare gebieden of recreatiegebieden. De functiewijziging moet ook voorkomen op een door de Vlaamse Regering vast te stellen lijst.

Voor tuinaanleg is Artikel 9 van het ‘Besluit Vlaamse Regering’ van belang. Dit artikel laat een zonevreemde functiewijzigingen toe van een gebouw of gebouwencomplex van de "hoofdfunctie land- en tuinbouw in de ruime zin“ naar ‘tuinaanlegbedrijf’. Ook hier zijn enkele basisvoorwaarden van toepassing. Het gebouw moet enerzijds gelegen zijn aan een voldoende uitgeruste weg en moet anderzijds bouwfysisch geschikt zijn voor de nieuwe functie. Dit betekent dat er geen ingrijpende werken hoeven uitgevoerd te worden voor de nieuwe functie. Als tuinaanlegbedrijf kan je dus onmogelijk uitbreiden in agrarisch gebied. Indien een functiewijziging bekomen kan worden, zullen de bepalingen voor zonevreemde constructies bekeken worden.

 

Houding Departementen Landbouw & Visserij

Het departement Landbouw & Visserij geeft niet-bindend advies in kader van vergunningsprocedures voor zonevreemde functiewijzigingen in agrarisch gebied. Hierbij houdt het departement rekening met een aantal elementen waaronder de wettelijke voorwaarden, de impact van de zonevreemde functiewijziging op het functioneren van land- en tuinbouw en op de agrarische structuur. Tenslotte speelt ook de potentie voor agrarisch (her)gebruik van de site een rol. Indien het departement bepaalt dat de site nog steeds geschikt is voor beroepsmatig gebruik van landbouwactiviteiten, zal altijd een negatief advies gegeven worden ongeacht de gevraagde functiewijziging.

 

Gouden tip: informeer voor je begint

Als je als tuinaannemer wil vestigen in agrarisch gebied, is het dus van belang dat je je bewust bent van het vandaag geldende beleid. Informeer je bij aankoop van een voormalige hoeve zeer goed bij de overheidsdiensten om een overzicht te hebben van wat mag. Vaak lopen vergunningsaanvragen mis door het onvoldoende op de hoogte zijn van de verschillende bepalingen.

 

De presentaties van Kathleen, Klaas en Hendrik vind je op het ledenportaal onder ledentools > Vestiging in AG.